Gaat mijn interne dialoog over dingen in het verleden, dingen die me wat dwars zitten, dingen die me storen? Of gaat het meestal over een feit dat zich nu voordoet of gaat voordoen. Over iets dat ik zelf ga doen, zal doen of wil doen? Om het even waarover het gaat, over welk feit ook, ik hou het taalgebruik constructief als ik met mezelf – of in mezelf zoals men in Nederland zegt – praat. Ik denk in opbouwende woorden. Dat is dagelijkse training. Ik zoek de woorden die staan voor iets wat ik wil of zou willen.
Het is totaal het omgekeerde van wat de Britse politici doen. Zij hebben het vooral over wat ze niet willen, wat niet kàn, of wat niet mag gebeuren. De Brexit wordt een Britse grap. Dat kan beter! De manier van denken in positief taalgebruik zorgt voor een opgeruimde en ruimere mindset. Mijn interne dialoog bedient zich van een doordachte positieve woordenvloed.
Enkele voorbeelden. Ik moet gaan werken, dus ik kan niet afspreken…. Euh? dat kan beter. Ik wil gaan werken en dus zal ik een andere keer met je afspreken… Moeten wordt willen. Niet mogen wordt een goed alternatief vinden. En zo klinkt het beter en overtuigend in mijn interne keuken, dankzij die interne dialoog. Positief taalgebruik is een sterkhouder in alle omstandigheden, ook als het moeilijk gaat. Daar kan ik dit jaar – 2019 – wel een woordje over meespreken. En toch. Met een positieve mindset voelt alles lichter en beter aan. Aan te raden aan iedereen. Ik hoop dat dit kort en krachtig positief bij je binnenkomt. Je kan dus meteen aan de slag. Ik wens je er het allerbeste mee! Meer inspiratie nodig? Op deze pagina kan je het boek Focus via Pace bestellen, dat kan je zeker op weg helpen.
